Perspectiefnota 2020-2023

Denkrichtingen

Gezien het negatieve resultaat zullen we kritisch moeten kijken naar de mogelijkheden om het tekort zoveel mogelijk te beperken om een structureel sluitende begroting voor 2020 – 2023 te kunnen presenteren. Net zoals dat vorig jaar is gebeurd, hebben wij daartoe inmiddels een groot aantal maatregelen en acties binnen de organisatie uitgezet. Aangezien de omvang van het tekort dusdanig is zal het meer dan voorheen nodig zijn om moeilijke keuzes te maken. Onderstaand hebben wij daarom verschillende vragen voor uw raad opgenomen zodat u richting kunt geven om tot een structureel sluitende begroting voor 2020 – 2023 te komen. Wij stellen u voor om in uw algemene beschouwingen in te gaan op onderstaande vragen:

Kaderstellende vragen:

Vraag 1: In welke mate bent u bereid risico’s te nemen en reserves aan te wenden?

De gemeente Dalfsen heeft al lange tijd een gezonde financiële positie. Sinds jaar en dag laten de financiële ratio's dit zien. Met andere woorden: wij zijn in staat om in ruime mate tegenvallers op te vangen.

Onze toezichthouder verplicht ons een structureel sluitende begroting voor te leggen. Dit wil zeggen, de begroting mag negatief zijn, zolang het laatste jaar (in dit geval 2023) maar positief sluit. Dit jaar moet dan ook in de volgende meerjarenbegroting (2021-2024) een positief saldo laten zien (geen zogenaamd "schuivend" meerjarenperspectief). Een negatief saldo mag (incidenteel) opgevangen worden door de algemene reserve vrij besteedbaar. Dit heeft uiteraard effect op de financiële ratio's. In welke mate bent u bereid risico's te nemen en onder welke voorwaarden?

In uw overweging kunt u meenemen dat het opvangen van een negatief saldo door de algemene reserve tijd geeft om (eventueel pijnlijke) ingrepen goed te onderzoeken en door te voeren. Denk hierbij aan het niet meer, of in mindere mate, uitvoeren van niet-wettelijke taken of soberder uitvoeren van wettelijke taken.

Een berekening van de ratio weerstandsvermogen (op basis van een gelijkblijvend risicoprofiel zoals opgenomen in begroting 2019-2022 en uitgaande van een negatief accres over 2018 van € 750.000, het nadeel van de eerste bestuursrapportage en het nadeel van 2020 en 2021) laat zien dat in 2021 de algemene reserve vrij besteedbaar negatief wordt en de ratio voor het weerstandsvermogen onder de score 2 komt. Daarbij is uitgegaan van het meest negatieve scenario, dus geen bijdragen vanuit de grondexploitaties en geen extra middelen van het rijk.

Een score tussen 1,0 - 1,4 kan op basis van de waarderingstabel zoals opgenomen in het 'beleid risicomanagement en weerstandsvermogen gemeente Dalfsen' als voldoende worden aangemerkt. Een score tussen 1,4 - 2,0 als ruim voldoende en groter dan 2,0 uitstekend. De gemeenteraad heeft door de vaststelling van dit beleid destijds bepaald dat de ratio weerstandsvermogen tenminste 2 dient te zijn.

Vraag 2: Bent u bereid om uw ambities bij te stellen?

Het ambitieniveau van de gemeente Dalfsen blijft onverminderd hoog. De ambities kosten geld en daarin kunnen keuzes worden gemaakt. Moeten alle plannen wel worden uitgevoerd? U kunt overwegen de ambities te herzien (schrappen, faseren / uitstellen of een ander uitvoeringsniveau).
Bent u hiertoe bereid?  

In de bijlage treft u een lijst grote projecten aan, zoals door u verzocht bij de vaststelling van de meerjarenbegroting 2019-2022. Deze projecten zullen afschrijvingslasten met zich mee brengen, wat een (groot) beslag op de financiën zal leggen. Vraag ligt nu voor of deze projecten door moeten gaan en zo ja, wanneer en op welk uitvoeringsniveau. Bij deze projecten kan in een aantal gevallen een beroep worden gedaan op subsidies/bijdragen van derden. Hier zullen wij zoveel als mogelijk op inzetten.

Overigens is in de begroting 2019-2022 momenteel ook een stelpost ingrepen Rijk / ambitie Raad opgenomen voor een bedrag van € 250.000 voor 2020, € 500.000 voor 2021 en voor 2022 en 2023 € 1.000.000. U kunt overwegen om deze stelpost (deels) in te zetten om het tekort te beperken.

Tevens is bij diverse aangevraagde posten in onderliggend document vermeld of het een onvermijdelijke post is dan wel een wens. U kunt overwegen (een aantal van) deze posten te schrappen of te verschuiven naar latere jaren.

Vraag 3: Hoe kijkt u aan tegen aanpassing van (het ambitieniveau van) bestaand beleid?

In het najaar 2018 heeft het college een interne scan laten uitvoeren naar het gehele takenpakket van de gemeente om inzicht te krijgen of taken al dan niet wettelijk zijn opgelegd en op welk niveau taken worden uitgevoerd (minimaal dan wel met een plus). Eind maart 2019 is aan uw raad via het RIS de 'Rapportage interne scan gemeente Dalfsen' aangeboden. Uit deze scan blijkt dat verschillende niet-wettelijke taken  en wettelijke taken met een plus worden uitgevoerd. De raad kan overwegen bepaalde taken niet meer uit te voeren dan wel de ambities bij te stellen. In hoeverre bent u hiertoe bereid?

Belangrijke kanttekening hierbij: het niet meer uitvoeren van taken dan wel het aanpassen van het ambitieniveau leidt niet in alle gevallen direct tot een realisatie van een besparing maar pas op termijn.

In de bijlage bij de Perspectiefnota 2020-2023 treft u de “rapportage  interne scan gemeente Dalfsen” aan.

Vraag 4: Welke keuzes wilt u maken ten aanzien van sociaal domein (breder dan jeugd)?

De  Perspectiefnota laat zien dat er sprake is van een grote opgave voor wat betreft de uitgaven binnen het sociaal domein, o.a. als gevolg van open-eindregelingen en demografische ontwikkelingen. Dit geldt voor zowel het onderdeel jeugd, maar ook voor de Wmo en Participatiewet.
Een onzekerheid hierin is ook de effecten van de door ons te treffen/getroffen maatregelen (zoals bijvoorbeeld het programmaplan jeugd'. De geluiden over extra middelen dan wel compensatie vanuit het Rijk voor Jeugd die overal gehoord, maar niet bevestigd worden, geven hierin ook geen zekerheid.

Gezien de grote onzekerheid voor wat betreft de bijstelling budgetten jeugd (uitgaven maar ook eventueel te ontvangen extra middelen) hebben we hieronder een 4-tal scenario's in beeld gebracht. Cijfermatig is dit uitgewerkt in hoofdstuk 5

Scenario 1: de nullijn
Het uitgangspunt in dit scenario is geen bijstelling van de raming voor Jeugd. Met andere woorden: het budget voor 2020 zoals is vastgesteld bij de begroting 2019-2020 is het budget waarvan uitgegaan wordt. De achterliggende gedachte hierbij is dat het (eventuele) tekort dan wordt gedekt uit de Algemene Reserve Vrij Besteedbaar. Wat hierbij een grote rol speelt is de onzekerheid aangaande de diverse compensatie-mogelijkheden/extra middelen die er nog aan gaan komen. Daarnaast is er een aantal cliënten die een fors beslag op de middelen hebben gelegd, vanwege leeftijd, uitgestroomd. Tenslotte gaan wij ervan uit dat het programmaplan Jeugd ons diverse mogelijkheden gaat bieden om de tekorten terug te dringen.

Scenario 2: de lijn jaarrekening 2018
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. We houden hierbij geen rekening met enige vergoeding vanuit het Rijk vanwege de onzekerheid omtrent de hoogte daarvan.

Scenario 3: de lijn jaarrekening 2018 plus extra middelen van het Rijk
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. We gaan hierbij uit van extra middelen van het Rijk voor Jeugd van € 190.000 in 2020, 2021 en 2022. Op basis van niet officiële berichten is de verwachting dat de extra middelen over het jaar 2019 € 350 mln bedragen en de 3 jaren daarna telkens € 190 mln per jaar.
Hoe de verdeling per gemeente is, is ook nog niet bekend. Voorlopig gaan wij uit van een vergoeding van € 350.000 voor het jaar 2019 en € 190.000 voor de jaren 2020 t/m 2022. Dit is gebaseerd op een percentage van 0,10, de bijdrage die Dalfsen ontvangt t.o.v. het landelijke deel Algemene Uitkering.

Scenario 4: de lijn jaarrekening 2018 plus groei plus extra middelen van het Rijk.
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. Daarbij gaan we ervan uit dat de stijging zich doorzet zoals dat in de afgelopen jaren het geval was. We gaan hierbij uit van extra middelen van het Rijk voor Jeugd van € 190.000 in 2020, 2021 en 2022.

Ons advies zou zijn uit te gaan van scenario 3. Wij betrekken dan een reële raming bij deze begroting met de laatst bekende geluiden vanuit Den Haag over extra middelen.

Vraag 5: Hoe kijkt u aan tegen de inkomstenkant (ozb verhoging)?

Op onze grootste inkomstenpost, de algemene uitkering, kunnen wij geen invloed uitoefenen. Een tegenvallende circulaire is een groot risico. De tweede grootste inkomstenbron, de onroerend zaak belasting is wel beïnvloedbaar. U kunt ervoor kiezen om meer inkomsten te genereren door een OZB-verhoging en/of te kijken naar aanvullend te heffen of te verhogen belastingen.

Daarnaast kunnen mogelijk extra inkomsten gegenereerd worden door het verhuren of verkopen van gemeentelijke panden die nu deels leegstaan, het loslaten van de maximering van de bouwleges op een bedrag van € 100.000 en er zou een nader onderzoek gedaan kunnen worden naar de kostendekkendheid van de tarieven (zie ook 'rapportage interne scan gemeente Dalfsen').

Overige risico's en aandachtspunten

We kunnen ervan uitgaan dat de gevolgen van een nieuwe CAO voor een (groot) deel gecompenseerd zullen worden door het Rijk via de algemene uitkering. Echter, daar is nog geen harde uitspraak over te doen. Op dit moment is er geen compensatie voor de gevolgen van de nieuwe CAO opgenomen.
De toename in het aantal bijstandsuitkeringen wordt op dit moment gecompenseerd door de vangnetuitkering. Dit hebben wij ook op deze manier in  de perspectiefnota verwerkt.

Ten slotte attenderen we u graag op het volgende. Onze accountant heeft u in zijn verslag bij de jaarrekening geattendeerd op het feit dat in het verleden een aantal gronden zijn overgedragen naar de MVA (materiële vaste activa) en dat uiterlijk 31 december 2019 een toets zal moeten plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen geldende bestemming. Dit zou mogelijk tot een verlies kunnen leiden. Op basis van de huidige marktomstandigheden is er echter geen aanleiding om een afwaardering te verwachten. Het betreft gronden met een beperkte boekwaarde (€ 4 per m2 of lager). De gronden zijn getoetst aan algemene criteria en hieruit blijkt dat de waarde niet te hoog is.

ga terug