Perspectiefnota 2020-2023

Inleiding

Voor u ligt de Perspectiefnota 2020-2023.

De Perspectiefnota is het begin van de jaarlijkse planning- en controlcyclus en een belangrijk strategisch document. Vanuit de raadsagenda "Kleurrijke Kubus", het coalitiedocument "Dichtbij-DALFSEN-Dichtbij" en het bestuursprogramma zijn reeds de kaders uitgezet voor de huidige bestuursperiode. Om in te spelen op actuele ontwikkelingen en te zorgen dat we op koers blijven, komen (jaarlijks) in de Perspectiefnota de financiële en beleidsmatige kaders voor de komende jaren aan de orde. De keuzes die in dat verband door de raad worden gemaakt, krijgen een vertaalslag in de programmabegroting 2020-2023.

De Perspectiefnota 2020-2023 laat een fors tekort zien. De tekorten kunnen oplopen tot (uitgaande van scenario 3) maximaal € 3.079.000. Een grote onzekerheid hierin is onze belangrijkste inkomstenbron, namelijk de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. De afgelopen tijd hebben we te maken met flinke schommelingen hierin. Dit als gevolg van het trap-op, trap af principe. De informatie uit de nog te ontvangen meicirculaire is bepalend voor de Algemene Uitkering in de komende jaren. De meicirculaire komt ten opzichte van de planning van de Perspectiefnota te laat om in de Perspectiefnota te verwerken. Zoals gebruikelijk wordt u via een afzonderlijke notitie geïnformeerd over de effecten van de meicirculaire zodat deze toch betrokken kan worden bij de besluitvorming over de Perspectiefnota. In verband met minder uitgaven door het Rijk dan begroot is de verwachting echter dat deze niet heel voordelig zal zijn.

De  Perspectiefnota laat zien dat er sprake is van een grote opgave voor wat betreft de uitgaven binnen het sociaal domein, o.a. als gevolg van open-eindregelingen en demografische ontwikkelingen. De vraag naar ondersteuning bij opvoeden en daarmee de vraag naar jeugdhulp blijft stijgen. Een trend die regionaal en landelijk zichtbaar is. Van deze kostenstijging is een analyse gemaakt, deze analyse is aangevuld met de cijfers van 2018. Gelet op de grote toename van de kosten zijn we begin dit jaar gestart met het opstellen van een programmaplan om maatregelen te nemen. De maatregelen richten zich op preventie, samenwerking (onderwijs, huisartsen en voogden) en interne werkprocessen.

Daarnaast zien we bij alle Wmo-voorzieningen een stijging van het aantal cliënten. Gezien de toenemende leeftijdsverwachting, de vergrijzing en het gegeven dat mensen langer thuis blijven wonen, is de verwachting dat de kosten in 2019 e.v. blijven stijgen. Ook heeft de invoering van het abonnementstarief algemene voorziening huishoudelijk hulp met ingang van 2020 een flink nadelig effect. Voor zowel jeugd als voor Wmo (invoering abonnementstarief) wordt compensatie van het Rijk verwacht. De omvang hiervan is echter nog niet bekend. Om deze reden werken wij in de Perspectiefnota - overeenkomstig het advies van de VNG - met een aantal scenario's.
Binnen het sociaal domein is voor wat betreft de nieuwe taken in de afgelopen jaren met name gewerkt met tijdelijk personeel vanuit incidentele dekking. Dit vanuit de gedachte om pas als daadwerkelijk duidelijk is wat richting de toekomst benodigd is aan capaciteit structurele formatie(ruimte) te creëren en daarmee geen onnodig structureel beslag op middelen te leggen. Inmiddels is na de ervaring van afgelopen jaren de wens om de kwaliteit en continuïteit te borgen door tijdelijke formatie om te zetten naar structurele formatie.

Maar ook als we het sociaal domein buiten beschouwing laten zien we dat er sprake is van een structureel tekort.
Het tekort wordt veroorzaakt door verschillende onvermijdelijke mutaties, zoals onder andere salarissen/sociale lasten, Wet digitale overheid, dekking structurele uitgaven ten laste van reserves, bibliotheek en verzekeringen.

Op verzoek van de raad (november 2018) is tevens in beeld gebracht welke grote investeringen in de toekomst nog voor ons liggen en welke afschrijvingen een beslag op onze exploitatie gaan leggen. Wellicht is hier een fasering in aan te brengen, zodat het beslag op de begroting minder snel zo groot zal zijn. We blijven vasthouden aan het uitgangspunt structurele lasten, structurele dekking.

Hoe nu verder?
In de paragraaf Denkrichtingen hebben wij voor uw raad een aantal vragen c.q. denkrichtingen opgenomen. Aan u als raad wordt gevraagd om hierin richting te geven zodat wij de vertaalslag kunnen maken naar de programmabegroting 2020 - 2023. Doel hierbij is uiteraard om in november een structureel sluitende begroting te presenteren, dan wel een begroting die niet structureel sluitend is, maar waarin het evenwicht in de meerjarenraming wordt hersteld.

ga terug